Techniek - 10 Tips

lijn1.gif (3257 bytes)

Veel bezitters van een 4x4 voertuig gebruiken hem alleen maar voor het op- en neerrijden naar hun werk en voor de boodschappen. Heel af en toe komt men in de verleiding om toch eens te kijken wat de auto nu eigenlijk naast de weg kan presteren, en gaan eens een bouwterrein opzoeken. Anderen pakken het wat verstandiger aan en nemen eerst eens een kijkje op een georganiseerd evenement.

Offroaden is niet altijd afhankelijk van een groot koppel, veel PK's, verhoogde auto's en dikke wielen. Het gaat om beheersing. De andere zaken helpen een beetje, maar beheersing is het eerste dat je moet ontwikkelen!

Wat je ook doet, het is belangrijk om van te voren een aantal tips te onthouden voor zowel jouw eigen veiligheid als voor het behoud van je voertuig.

1. Rij zo langzaam mogelijk, maar zo snel als nodig

Er zijn situaties zoals mul zand (bijv. het strand), modder en sneeuw, waarbij de snelheid voldoende moet zijn om vloeiend door te kunnen rijden, vandaar 'zo snel als nodig'. Meestal is het echter beter om rustig te rijden en de tijd te nemen, zodat je beter kunt reageren op veranderingen in het terrein zoals bewegende stenen en takken/boomstammen onder je wielen. Zeker als de grondspeling van het voertuig niet al te groot is, kan een langzame snelheid ervoor zorgen dat je of rustig tot stilstand komt, of er lichtjes overheen schaaft. Een hogere snelheid betekent veelal een beschadiging aan een van de lager gelegen onderdelen zoals je differentieel, carter of zelfs het oliefilter. Laat je ook niet 'inspireren' door bijv. de Camel Trophy; zij rijden er niet mee naar hun werk, en na de rit wordt de auto aan de garage overhandigd en de reparaties worden door bedrijven met veel geld gesponsord!

2. Verken het terrein om verassingen te voorkomen

Let er goed op dat het pad verder gaat dan het obstakel, en dat het niet eindigt in een afgrond, meertje of domweg gewoon ophoudt. Als je niet zeker bent van je zaak; stap uit en ga kijken! Dan kun je gelijk inzicht krijgen waar je je wielen het beste kunt plaatsen en hoe je het beste aan kunt komen rijden. Als je het echt goed wilt aanpakken, keer je nog een keer (te voet) terug om te kijken hoe je daadwerkelijk bent gereden naar aanleiding van je bandensporen. Zo leer je de auto kennen.

3. Rij hellingen recht op en af, nooit diagonaal

Wees bekend met de aan- en afloophoek van je voertuig. Op sommige paden kun je alleen maar diagonaal rijden. Concentreer je er in dat geval volledig op, dat de banden in het spoor blijven en dat je vooral langzaam rijdt. Een auto neigt over het algemeen eerst te gaan glijden alvorens om te kieperen. Als dat gebeurt stuur dan de auto in de richting van het glijden en gebruik je gaspedaal om de auto recht naar beneden te krijgen. Als dat niet lukt en omvallen onvermijdelijk is, zet dan de motor uit en hou je vast aan de zitting van de stoel. Hopen dat de veiligheidsriemen hun werk doen. Die had je toch wel om? Eenmaal boven aangekomen mag je nooit keren! Leer daarom om evt. achteruit naar beneden te komen.

4. Verlaag de bandenspanning voor betere tractie

De meest eenvoudige manier om tractie te krijgen is door het verlagen van de bandenspanning. Hou er dan wel rekening mee dat de grondspeling ook zal afnemen! Bij het rijden met lage bandenspanning en geen binnenbanden moet je er op letten dat je niet bruusk remt op harde ondergrond en niet met veel geweld wegrijdt. Anders kan de band van de velg lopen. Kijk van te voren of er een bandenpomp in de buurt van het terrein, of dat je een bandenpomp bij je hebt om de banden weer op spanning te krijgen voor de reis terug.

5. Neem greppels zo dat 1 wiel per keer over het obstakel gaat

Het laten zakken van een wiel in een greppel kan eng zijn. Soms duikt het voertuig een beetje en 1 of meerdere wielen komt los van de grond. Wees erg voorzichtig en rijd rustig. Het is heel goed mogelijk dat een obstakel (bijv. een boomstam) omhoog komt en het voertuig van onderen raakt. Positioneer het voertuig dan ook zo dat er slechts 1 wiel per keer erdoorheen gaat en niet 1 van de voor en 1 van de  achterwielen!

6. Leer het voertuig en zijn krachten kennen

Druk het gaspedaal net voldoende in om geen wielspin te krijgen. Een spinnend wiel geeft totaal geen tractie, onafhankelijk van het type band. De modderhoop weet niet het verschil tussen een Mud T/A of een Pirelli Red Line zolang het wiel met 80km/h ronddraait! Daarnaast kun je niet sturen of remmen met spinnende wielen. Leer om met de linkervoet lichtjes te remmen om spinnen tegen te gaan. Leer het  voertuig aan te voelen.

7. Voorkom langdurige doorslippen van de wielen

Langdurig doorslippen zorgt er alleen maar voor dat je dieper komt te zitten. In sommige situaties kan het helpen om een beetje gas te  geven, dan los te laten om vervolgens weer wat gas te geven. Absoluut  niet teveel, anders heeft het totaal geen zin! Heel belangrijk is om niet heen en weer te gaan proberen terwijl je vastzit. Slechts een enkele keer helpt het om eruit te komen, maar meestal kom je alleen maar dieper te zitten, vooral in diepe modder zonder vaste ondergrond. Als je vast komt te zitten op mul zand, kan het handig zijn om een tweetal stukjes vloerbedekking bij je te hebben, die je voor of onder de wielen kunt leggen om net voldoende tractie te krijgen om weer te gaan rollen.

8. Gebruik de remmen zo min mogelijk en vertrouw op de compressie

Zodra de wielen blokkeren heb je een probleem, zeker op gladde en/of modderige afdalingen. Gebruik zoveel mogelijk de Low-Gear en rijd in de eerste versnelling. Vertrouw op de motorcompressie. Als je toch gaat glijden, geef wat extra gas om opnieuw tractie te krijgen en laat dan het gas weer los. Remmen is taboe!Herinner je je nog dat een differentieel ervoor zorgt dat het wiel met de minste weerstand de volledige aandrijfkracht krijgt? Dat gebeurt ook bij het afdalen. Als 1 wiel los komt van de grond, of op een glad stuk komt, dan zal de compressie van de motor alleen op het slippende wiel werken. Het effect is dat je dus een stukje doorschiet tijdens het afdalen. Je moet hier aan wennen en vooral niet van schrikken! Je kunt dit enigzins opvangen door heel lichtjes te remmen.

9. Niet teveel aan het stuur draaien

Hierbij moet je vooral opletten als je in diepe geulen of modder rijdt. Het stuurwiel kan wel gecentreerd lijken, maar in werkelijkheid staan de wielen mischien wel volledig uitgedraaid. Murphy's wet zegt dat er altijd een boom of ander obstakel staat op het moment dat je weer tractie krijgt. Tijdens het rijden over obstakels kan het lijken alsof je moet corrigeren omdat je stuurwiel onder je handen draait. Leer hier echter aan wennen, en houd het stuurwiel zo recht mogelijk. Indien je toch probeert te corrigeren, doe het dan met kleine beetjes, vooral niet oversturen. Het enige effect dat je bereikt is sterkere armspieren en een overbelaste stuurinrichting. Als je in modder vast komt te zitten, kan het helpen om met ferme stuurbewegingen naar links en rechts, er langzaam doorheen te komen. Dit doordat je de randen van de banden helpt graven in de modder.

10. Rijd rustig door water om een boeggof te creëeren

Door rustig en gelijkmatig door het water te rijden, maak je een boeggolf, die op zijn tijd weer een 'luchtzak' maakt in het motor- compartiment en de voorwielen. Dit minimaliseert het risico om de motor te verzuipen. Het plaatsen van een vuilniszak voor de radiateur en de voorkant van de auto, kan dit ook voorkomen. Vergeet hem er niet weer af te halen na de doorwading om oververhitting te voorkomen. Over het algemeen kun je stellen dat het water niet boven de wielen uit mag komen. Als reparatieset kun je evt. een extra luchtfilter bij je hebben voor het geval deze toch nat wordt. Indien de motor toch water hapt, verwijder dan de bougies, het luchtfilter en de distributiekap. Gebruik dan de startmotor om het overtollige water eruit te pompen. Alles daarna goed drogen en proberen te starten. Vergeet niet de motorolie te controleren voordat je probeert te starten; er kan water in zijn gelopen via de oliepeilstok of de ontluchtingsgaten!

Bron: 4x4NOW - '4-wheeling: How To'
Vertaling: Mike

[ vorige pagina ]

lijn1.gif (3257 bytes)