Inor (Frankrijk) Klei & Champagne

januari 2005

à Pas de Problème!

Lijn (3257 bytes)

 

 

Route de Route naar Inor

 

Inor is gelegen in de Noordfranse Champagne-Ardennen. De route naar het terrein “Ferme Aberge de Soiry” bij Inor is vanuit Haarlem 413 km. Hemelsbreed is het slechts 330 km.

Volg in zuidelijke richting de A4 via Antwerpen, Brussel en Namen. Bij afslag 23a verlaat je de A4, richting Sedan. Vlak voor Sedan ga je linksaf, de D964 op. Met de Maas aan de rechterkant slingerend door het dal, is er, vlak voor Inor, een scherpe bocht. 150 meter daarna ga je linksaf naar de Ferme ‘Auberge de  Soiry’. Arrivé!

 

We maken ons op voor een weekeinde terreinrijden in Inor. We gaan het terrein, gelegen in de Champagne-Ardenne in Noord Frankrijk, verkennen. Op naar het zuiden.

Boombaard, de Ent in Lord of The Rings vindt dat naar het zuiden gaan goed aanvoelt: “het voelt als bergafwaarts gaan”. Wij hebben hetzelfde goede gevoel terwijl we ons op een vrijdagochtend in januari naar het zuiden spoeden. We hebben er zin in!

Aankomst  

Na een kleine 6 uur gereden te hebben, arriveren we om half twaalf in de ochtend nog. We arriveren op de binnenplaats van een grote boerenhoeve met bijgebouwen. De landeigenaar, een rustige Fransman met een fraaie baard loopt ons tegemoet. We maken kennis en ‘checken in’. De man geeft ons ook nog uitleg over waar we kunnen rijden. Hij wijst wat om zich heen. “La Forêt, à droit, à gauche,  beaucoup de routes, 6 á 7kilometres “....Pas de problème.  Kortom, het terrein is groot en we moeten maar zien. Dit is een vrije vertaling van wat we begrepen uit zijn Franstalige uitleg. Het is wel handig als je zelf een paar woorden Frans spreekt, want zij doen niets anders.

We monteren de 36” hummerbanden en maken de Dodge verder klaar voor het terreinrijden. Alle losse voorwerpen in de cabine opbergen, dashboard leegmaken, sleeplinten met de harpen klaar leggen, stroomtoevoer naar lier inschakelen, bandenspanning verlagen naar 1.0 bar, gereedschapskist vastsjorren, achterklep verwijderen. Klaar voor de actie.

Entré 

Omdat we alleen rijden, is het raadzaam om voorzichtig te zijn. We besluiten om eerst, als opwarmertje, de heuvelklim in het zicht van de boerderij te doen. OnChaosLike verkennen we te voet telkens een stukje terrein voordat we er in rijden. Onderaan de heuvel belanden we meteen al in zwaar terrein. De modder bestaat uit sterk plakkende klei en er is ook nog eens veel water. Alles is drassig.

 Hoe houd je de deurkrukken heel? Achteruit!

Ondanks de verkenning zitten we vrijwel direct klem in een geul. We vergissen ons in de breedte van het spoor. Het is te smal. De aarde zit al weer tegen de deurkrukken. Met een Dodge door Suzukisporen rijden is natuurlijk vragen om narigheid. Het enige alternatief is om er achteruit weer uit te rijden. Dan maar rechtsom, in de aanloop naar de klim. We komen echter in een spoor waarvan de rechterkant een geul is, die steeds dieper wordt. Aan het einde van die geul dreigt het gevaar voor omvallen.

 Geulen, die alleen maar dieper worden, gevaar voor omvallen.

 

 

 

 

 

 

 Pootje gelicht en uit het spoor getrokken

 

Met enig rangeren weten we de voorwielen uit de geul te krijgen. We bewegen nu zijdelings over beide sporen. Als een krab kunnen we eindeloos heen en weer rijden in de twee sporen. Het maakt niet uit hoe we sturen, we komen er niet uit. Tijd om de pootje-licht-tactiek toe te passen. We maken de achterbumper met een sleeplint aan een boom vast.  Door vooruit te rijden trekken we de Dodge uit de geul, in het rechte spoor. Pas de problème. 50 meter verder, om de hoek en onderaan de klim, zitten we voor het eerst goed vast. Gelukkig is de lierkabel bijna 40 meter lang en zijn er voldoende bomen binnen bereik. Pas de problème. We lieren ons hier gemakkelijk uit.

 

 Na 45 minuten de eerste keer en

  zitten we echt vast en tijd om te lieren

 

 

 

 

 

 

Omhoog 

Vol gas! The peddle goes to the meddle, omdat er anders geen beweging in komt. De helling bestaat uit een diep spoor van machtige plakklei. De 36” hummerbanden malen in de klei en de Dodge werkt zich moeizaam omhoog. De banden verzamelen aan de zijkanten grote hoeveelheden klei. Het ons doet denken aan het draaien van grote kruiken op een pottenbakkers draaitafel. Er kleeft naar schatting zo’n 50-75 kg klei aan elk wiel. En dat is zwaar, heel zwaar.

We gaan maar stapvoets omhoog, ondanks het gas op de plank. De dikke V8 sjort met al zijn macht op 2500-3000 toeren aan de aandrijfassen, die op hun beurt weer de enorme krachten overdragen aan de wielen. 

Halverwege de lange helling horen we een enorme KLENG. Zware schokken gaan door de Dodge heen. Hij laat ons weten dat hij ‘gewond’ is. Het voelt als een zweepslag. Ergens in de aandrijflijn is er iets goed mis. Het nare geluid wordt gevolgd door haperende aandrijving en grote klappen en schokken.

Power down. Motor uit. 

Het lijkt op het overslaan van de ketting in de tussenbak. (Hebben we al eens eerder opgelopen door heftig te rijden in Bilstain, Ardenne). Dit is dan ook de voorlopige diagnose.

 

Daar staan we dan, moederziel alleen op die lange helling.

 De beruchte helling, in het zicht  

 van de boerderij, zwaar terrein

Dit is een kleine teleurstelling. Na een goed uurtje rijden op het fraaie terrein van Inor is het al bekeken.Van die veelbelovende 180 ha hebben we er welgeteld één bereden. Maar niet getreurd, we hebben nog een uitdaging. We hebben immers met de boerin afgesproken dat we om 19:00 uur binnen zullen zijn voor het avondeten.

 

De kreupele Dodge omkeren, heuvel afrijden en de drassige ondergeul oversteken. 500 meter hemelsbreed in 5 uur. Moet lukken, toch? Pas de problème.

 Van de binnenste klok tandwielen (satelliet en zonnestel) zijn er maar weinig in tact gebleven.

De diagnose 

Langzaam maar zeker komt bij ons het besef wat er aan de hand is. Het is de vooras. Die is kapot. In het voorasdifferentieel zijn tanden afgebroken, waardoor de aandrijving niet meer continue doorgegeven wordt. Wat bovendien de boel nog verder verergert is een plotsklaps veelvuldig uit zijn lock schietende tussenbak.

De krachten op de aandrijflijn zijn gewoonweg te groot. De Dana 44 vooras is ontworpen voor 30” banden. Bij de montage van 36”banden komen er veel grotere krachten op de lagers en de aandrijving te staan. De 36” banden hebben immers 20% meer omtrek. Als er ook nog eens in zwaar terrein een heuvel op gereden wordt, is het echt te veel! Het materiaal kan er niet tegen.

Draaien

Om veilig te kunnen keren besluiten we de Dodge nog eens 10 meter verder om hoog te lieren naar een wat vlakker stuk. Daar kunnen we de Dodge draaien.

Zwaartekracht en plakkende kleefklei beslissen echter anders. De Ramsey RE12000 bumperlier met zijn 6 ton trekvermogen heeft het erg zwaar met het gewicht van de kreupele Dodge. De helling is ook nog eens best steil.  Alleen de achterwielen draaien nog wat mee in de gladde klei, zonder veel resultaat. Na 15 minuten onafgebroken lieren (10 meter omhoog) geeft de liermotor allerhande rooksignalen  die duiden op oververhitting. Stoppen dus, anders gaat er nog meer kapot. En dat willen we niet. Met de plantenspuit, meegebracht om aan het einde van de rit de voorruit weer schoon te krijgen, proberen we de elektromotor af te koelen. De stoom slaat er af, maar het is een spreekwoordelijke druppel op de gloeiende liermotor. Er zit niets anders op dan ‘even’ te wachten.

Negentig graden

 Klaar na de actie, dwars op spoor en let op het gespannen lint

Wachten = Geduld. Daar hebben we maar weinig van en al snel besluiten we om de lier te sparen en ter plekke te keren. Gebruik makend van de zwaartekracht op de steile helling willen we, door achteruit te rijden, de Dodge weer een pootje te lichten. Ditmaal voor een radicale koerswijziging. Zo gezegd, zo gedaan. De achterbumper met een sleeplint vast gemaakt aan een boom links van de helling. De Dodge in zijn achteruit gezet en voorzichtig gas gegeven. Eenmaal in beweging gaat het echt erg rap. Als het lint strak komt te staan, wordt de achterkant linksom de bosjes in gesleurd. In een halve seconde draaien we 90 graden.

 

Het lint staat wel erg onder spanning. Gelukkig zit een aantal struiken knel onder het lint. We hakken die struiken om en de spanning is weer van het lint. De Dodge staat nu dwars op de helling met zijn voorwielen in het oorspronkelijke spoor.

 De zwaaiende bijl maakt korte metten met het struikje

De volgende 90 graden draaien gaat wat minder vlot. Eerst maar scheppen om de sporen te vullen, zodat de Dodge niet te diep door de geulen moet. Zwaar werk! Die kl* kleefklei blijft overal aan plakken en wil niet van de schep af. Uiteindelijk trekken we, met behulp van de weer afgekoelde lier, de Dodge door de sporen naar een geschikte positie om af te gaan dalen. Hij staat weliswaar wat dwars in twee sporen tegelijk, maar dat komt zodirect wel goed.   

 Kleefklei zoals we die nog nooit hebben meegemaakt

 

 

 

 

 

En verder 

De Dodge staat nu schuin in een spoor naar beneden. Een schuin overhangend boompje zagen we alvast even weg.  De diepste gaten spitten we dicht. Wéér die plakklei. Terreinrijden op deze manier is knap vermoeiend. Het is eigenlijk een aaneengesloten bodybuildings-workout. Dit zullen we vanavond wel voelen….

Heuvelaf

We stappen met zijn tweeën in voor de afdaling. De shotgun, (bijrijder) houdt met zijn voet de pook van de tussenbak in lock. We geven vol gas voor de afdaling. Het eerste stuk komt de Dodge helaas niet uit het dubbele spoor, alweer als een krab glibbert de Dodge naar beneden. We moeten weer pootje lichten. Dit lukt heel aardig met een aantal linten aan elkaar. Echter, eenmaal goed in het spoor, hangt de Dodge heel zwaar aan het lint. De Dodge kan zich niet meer achteruit omhoog bewegen. Het is te steil en te glad. De achterwielen malen zonder grip. Om de spanning van het lint af te halen, pakken we de highjack er bij. Door die als handlier te gebruiken, kunnen we een van de harpen van spanning halen. Het lukt.

 Daar hangt de Dodge aan het strakke lint

 HighJack er tussen om spanning van harp af te halen

Alles of niets 

Gespannen stappen we in voor onze alles-of-niets-poging. We starten en gaan volgas naar de zompige geul onderaan de heuvel. Als we daar door heen komen, zijn we uit de narigheid. Als we te snel gaan, mollen we van alles, als we te langzaam gaan, komen we er niet door. We krijgen maar één kans.

De zachte blubber is echter te veel voor de Dodge. Eenmaal beneden is ons een glorieuze doortocht naar de bevrijdende akker niet gegund. Ondanks de flinke snelheid is de vaart er in een keer uit en we staan weer tot onze assen in de modderige klei. Mérde. Er zit geen beweging meer in. Noch vooruit, noch achteruit. Links is weliswaar een pad, maar dat is afgezet met prikkeldraad. Recht vooruit is de lege ruimte van de akker; geen bomen meer om onze lier aan vast te maken. Er rest ons niets anders dan capitulatie.

Au Secour. Naar de boer. 

 Toegeschoten hulp ook in de problèmen

Even helpen? Pas de Problème! Hij rukt zijn dikke John Deere 4040 uit de stal. Een heftige 4WD Trekker. Bij het achteruitsteken naar mijn uitgelegde sleeplinten (10 meter!) zakt onze gastheer met zijn machtige machine diep in de prut. Uit pure beleefdheid maken we maar geen foto’s van de verwoed malenden John Deere. Met al zijn macht tracht hij met zijn kikkergroene trekker te ontsnappen aan de weke, plakkende klei. Te diep. Veel te diep. De boer geeft niet zomaar op. Wel een half uur brult de 6 cilinder diesel van zijn John Deere en beweegt hij centimeters heen en weere, voordat ook hij capituleert. Dit wordt penibel.

Het is inmiddels donker en de boer wijst ons het afgezette pad. Hij maakt ons duidelijk dat we veel te netjes zijn geweest. Verboden toegang? Mais Non! Pas des Problème.

Alternatief pad 

De boer haalt het prikkeldraad weg en wenst ons veel succes. Hij gaat alvast lopend terug naar de boerderij. Zijn trekker? Hij maakt me duidelijk dat dat toch echt géén probleem is. Zijn zoon komt morgen wel met een Lamborghini, plus grande. Hij spreidt zijn armen alsof hij een grote vis gevangen heeft. Die trekt hem er wel uit. Pas de problème. 

Na zijn afscheid gaan wij op pad. Het draaien van de Dodge in de richting van het pad betekent weer een 90 graden draai op de plek. Met wat hulp van de draaiende achterwielen en de lier kunnen we de Dodge aardig rondtrekken. In het aardedonker bewijzen de extra lampen op de rollbar hun dienst.

Een overhangende boomtak maakt echter een einde aan een van de lampen, uiterst rechts op de rollbar. Nog meer schade. Och, pas de problème. 

Al lierend komt de 2wd Dodge over het paadje in beweging. De niet-aangedreven voorwielen draaien weliswaar mee, maar duwen toch veel klei voor zich uit en remmen de Dodge af. Telkens weer moet de lierkabel aan een volgende boom worden vastgemaakt om weer een stukje vooruit te komen. Gelukkig zit er wel 40 meter op, dus we komen steeds een heel eind. De Ramsey RE12000 is weliswaar heel sterk, maar ook erg traag. Desondanks vorderen we gestaag.  Het is donker en koud. Het kwik is gezakt tot onder nul. We zijn daarom extra gemotiveerd voor het laatste stuk. Het gaat er nog om spannen of we het diner om 19:00 uur gaan halen We nemen wat risico als de Dodge vaart kan maken en we over de slap vallende lierkabel heen rijden. Zo ver als mogelijk, tot de Dodge weer door zijn niet-aangedreven voorwielen afgeremd wordt. De race tegen de klok kunnen we uiteindelijk in ons voordeel beslissen. We halen het. 18:55 kunnen we de Dodge parkeren naast een Unimog op het ‘parkeerterrein’.

Preparatie voor de terugtocht 

De volgende ochtend slapen we goed uit. Per slot van rekening gaan we niet meer terreinrijden, maar moeten we aan de terugtocht gaan werken. We willen op eigen kracht naar huis, geen autoambulances en/of sleepdiensten. Het heeft afgelopen nacht 10 graden gevroren en alle klei die aan de Dodge gekleefd zit, blijkt  rotsvast gevroren. Wat een ramp. De wielmoeren zijn niet meer te vinden en moeten met een hamer en beitel uitgebikt worden. Alles wat je vastpakt is koud, heel koud. Waar is hier de hoge drukspuit met warm water??? Die missen we, heel erg zelfs. Gelukkig mogen we binnen werken aan onze Dodge: Pas de problème.

 Keurig zeiltje om de rotzooi makkelijk op te ruimen

 Heel veel bevroren klei-modder, overal (hier de voorste remklauw)

 

 

 

 

 

 

 

Everzwijnen & Champagne 

Als we bezig zijn met onze werkzaamheden (demontage van de voorste aandrijfas, controle van de tussenbak, banden wissel, remmenschoonmaken en lierkabel er weer oplieren, etc.) komt er plotsklaps een Nissan Terrano binnenrijden. Deze Terrano heeft een neerklapbare bushbar.

Heel handig, want er ligt een vers geschoten everzwijn op. Een flinke knaap van zo’n 90-100 kg. Obelix zou er trots op zijn. Een zevental in jachtkledij gestoken mannen stappen binnen, ze zijn vrolijk. De champagne komt op tafel en zo  knallen ze er nogmaals op los.Half twaalf in de ochtend, ze hebben wel wat te vieren. Drie flessen gaan op. Terwijl ze aan de champagne lurken is een van hen bezig met het villen en in stukken snijden van het beest. Iedereen krijgt een stuk everzwijn mee. Pas de problème.

 

Als wij bezig zijn, ontdooit langzaam de klei. Flinke kluiten donderen spontaan op het uitgespreide zeiltje. Een kruiwagen vol van dat spul.Nadat we uiteindelijk klaar zijn nemen we hartelijk afscheid van boer en boerin.

We gaan naar huis.

 

 

Dikke grijze rook 

Op de A4 tussen Namen en Brussel ruiken we opeens een sterke brand lucht. Wat kan dat zijn? Als we in de spiegels kijken, zien we alleen maar grijs. GRIJS? Niemand haalt ons nog in. Grote goden, we staan in brand!!! Dikke grijze rookwolken walmen achter ons en belemmeren iedereen’s zicht. We leggen een rookgordijn, groot genoeg om de Bismarck in te verbergen.

Snel stoppen we op de vluchtstrook en springen uit de Dodge. De brandblusser in aanslag. Geen vlammen onder de auto. Dan maar de motorkap voorzichtig openen. Weer geen vlammen, dus de brandblusser kan terug in zijn houder. Wel blijft er nog flink wat rook. Er is hier sprake van een forse olielekkage die het rechter uitlaatspruitstuk heeft geraakt. Er vormt zich tevens een plas olie onder de Dodge. Wat is dit nu weer? Klepdekselpakking? Gescheurd oliefilter?  Of komt het uit de vooras?  Gooi maar in de pet en zoek het uit. We kunnen het niet vinden. Feit is wel dat we, zeker in de afdalingen, serieus hebben gas gegeven (75 mph op de 30” standaardbanden) en de motor veel toeren heeft gedraaid. Gaan we Nederland nog wel op eigen kracht halen? Of is toch hulp nodig van de Internationale Reis en Krediet Brief, het vervangend-vervoer-buitenland? Of nog erger: onze echtgenotes? De ANWB-pas en mijn mobiele telefoon kloppen in de binnenzak.

Tandje erbij 

We proberen wat: De motor laten we stationair én vervolgens volgas draaien. Er gebeurt niets. Geen spuitende of druipende olie. Echt snappen doen we het niet, maar bij gebrek aan lekkende olie beslissen we om weer door te gaan. Pas de problème. Voor de zekerheid vullen we het oliepeil van de motor tot net boven de streep: Over een paar Mile maar weer even oliepeil controleren. Voorzichtigheidshalve rijden we niet harder dan 80 km (50 mph). Tjonge, wat hebben die vrachtwagens een haast. Met dit tempo kan de radio wel aan. Heel toepasselijk zingt Bruce Springsteen: “Ohohohooo, I’m on Fire”. Rustig gaan we door. Verdere rookvorming blijft gelukkig uit en bij het volgende peil-moment geeft de peilstok nog steeds ‘Full’ aan. Raar. We puzzelen verder.

       Let op het gaatje boven aan het deksel

 

Nogmaals de zaak inspecterend, komen we tot de ontdekking dat de vooras wederom de veroorzaker is. Een afgebroken tand van een van de tandwielen is als een kogel door het deksel geschoten. Een gaatje is in het 3 mm dikke staal geslagen en de olie wordt er door naar buiten gestuwd. Gelukkig is het aan de bovenkant van het deksel, zodat er nog wat olie in de as blijft.

 

 

Bergopwaarts 

We besluiten om ons rustige tempo voor de rest van onze terugreis aan te houden. Dat is ook wel zo ‘veilig’. Zo nu en dan, en zeker in bochten naar rechts, blokkeert het differentieel en wil de Dodge opeens nadrukkelijk rechtdoor. Het vereist een aangepaste rijstijl. Maar, we zijn nog in beweging, naar het noorden. Continue ‘bergopwaarts’. Niemand gaat ons nog tegenhouden. 

Op eigen kracht komen we zaterdagavond veilig weer thuis. Pffff. Arriveé.  Pas de problème, toch?

 INOR, INOR,  180 ha? 

We gaan eerdaags nogmaals om de resterende 179 te verkennen. Beloofd.

Auteur: Wouter

 

 

 

 

 

[ vorige pagina ]

lijn1.gif (3257 bytes)